< naar home

Chinese waterval

Roddia Rumahloine

Het terras van het strandtentje is leeg en toch gaat de vrouw aan de tafel naast me zitten. Uit haar tas haalt ze een tijdschrift en een pakje sigaretten. Twee vochtige vlekken op haar borsten verraden een natte bikini onder haar zomerjurk. Ze is van mijn leeftijd, rond de dertig. Misschien iets ouder.
            Ik slurp het waterige restje mojito uit mijn glas. Met mijn nagel pulk ik aan een blaadje verse munt dat tussen mijn tanden vastzit en proef de zee.
            Ik probeer niet te denken aan de stapel werk die op me wacht als ik morgen terugvlieg. Misschien kan ik hier blijven. Zwemmen, boeken lezen en dutjes doen in mijn hangmat. Het enige nadeel is elke dag rijst en curry als ontbijt, lunch en avondeten. Twee dagen geleden had ik een Australische surfer ontmoet die geloofde dat de menukaarten van alle strandtentjes waren samengesteld door één lokale kok. Nadat we gezoend hadden, vertelde hij dat hij twintig was. Gelukkig moest hij de volgende dag vroeg doorreizen.
             Naast me slaat de vrouw het tijdschrift open en haalt een sigaret uit het pakje. Met haar duim en middelvinger zet ze hem tussen haar lippen. Ze maakt van haar hand een kommetje en wipt met haar mond het uiteinde omhoog richting de aansteker. Als de sigaret vlam vat, herinner ik me ineens een feest. De vijftiende verjaardag van mijn beste vriendin Jessie.
            Ik lig onder de eikenhouten eettafel. Samen met Jessies nichtje Gwen heb ik alle kussens van de bank getrokken en als een matras op de grond gelegd. We bestuderen de nerven van het tafelblad en ik denk een vlek te zien op de plek waar ik vorige winter een glas chocomelk omstootte. In mijn hand bungelt een joint die tot het tipje is opgerookt.
            ‘Heb je echt nog nooit een peuk gerookt?’ vraagt Gwen. Haar elleboog rust op een kussen en met haar pink frunnikt ze aan het ringetje van haar lippiercing.
            ‘Alleen maar joints, geen gewone sigaretten,’ zeg ik, terwijl ik Gwens zwartgeverfde haar en korte rommelige pony bestudeer. Zou ze die zelf knippen?
            Ineens struikelt een jongen over mijn schoenen en ik hoor iets sneuvelen in de vitrinekast waar Jessies moeder haar kristallen dolfijnenverzameling tentoonstelt. Ik schrik en Gwen begint hard te lachen. Ze steekt me aan en ik doe mee. Het komt uit mijn tenen, alsof ik nog nooit eerder gelachen heb.
            Een zak chips wordt onder de tafel gegooid. Onze handen grabbelen naar de plakkigere kaaswormen.
            ‘Ik zou het een eer vinden als je met mij je eerste sigaret rookt,’ zegt Gwen plechtig en ze likt het chipspoeder van haar vingers.
            Mijn wangen gloeien, de chips kleeft in mijn mond.
            ‘Echt, dat zal voor eeuwig in mijn geheugen gegrift staan!’ roept Gwen en plots klimt ze op me, als een amazone op haar paard. Haar gewicht duwt me dieper in de kussens. Ze strijkt een pluk haar uit mijn gezicht. Haar rode lippen zijn heel dichtbij. Ik hou mijn adem in, bang dat ik vies ruik.
             ‘Wij doen dit NU. You and me.’ Gwen rommelt in haar broekzak en vindt haar sigaretten. Als ze rechtop gaat zitten, stoot ze haar hoofd tegen de onderkant van het tafelblad.
            ‘Fuck! Auw!’ roept ze, maar ze grijnst erbij.
            Ik twijfel of ik over haar hoofd moet aaien.
            Ze vist een sigaret uit het pakje uit. Ik kijk toe hoe ze hem tussen haar duim en middelvinger neemt en vervolgens op haar gestifte onderlip laat rusten. Een brandend puntje licht op als ze de aansteker erbij houdt. Gwen neemt een trekje, ademt diep in en houdt de rook even vast. Dan laat ze een grijze sluier uit haar mond ontsnappen en inhaleert hem weer via haar neus. ‘Kijk, Chinese waterval.’ Rookwolkjes vergezellen haar woorden. Ze kijkt me aan. Het rode puntje van de sigaret wordt grijs en broos.
            Snel tikt ze de as in de lege chipszak en geeft me de sigaret. ‘Nu jij.’
            Verwonderd bekijk ik de vrouw die in het tijdschrift bladert. Haar gezicht is voller, op haar lippen glanst parelmoerkleurige lipgloss. Haar donkere zelfgeknipte haren hebben plaatsgemaakt voor een blonde paardenstaart. Alleen als je het weet, zie je het gaatje van de piercing naast haar lip.
            Ze kijkt op. Haar ogen liggen dieper, doffer. Moet ik iets zeggen? Shit. De mojito maakt mijn hoofd licht. Onze blikken kruisen elkaar en ik beweeg mijn hand een stukje omhoog. Klaar om te zwaaien.
            ‘Mam!’ Een donkerblond jongetje van een jaar of zeven rent het terras op. ‘De wc is hier gek. Ik snap niet hoe het moet.’ Hij trekt aan zijn moeders arm. ‘Kom!’
            Ze drukt haar sigaret uit in de asbak. Ze ziet me kijken en even krullen haar mondhoeken omhoog. Een lachje dat je bewaart voor vreemden. Ik laat mijn hand zakken. Dan staat ze op en verdwijnt met haar kind in de strandtent.
            Mijn wangen branden. Ik staar naar de geknakte sigaret in de asbak en het met lipgloss besmeurde filter. Een laatste zuchtje rook kringelt omhoog. 

Dit verhaal stond op de shortlist voor de Editio Debutantenschrijfwedstrijd 2019.

NO AI TRAINING: Without in any way limiting the author’s [and publisher’s] exclusive rights under copyright, any use of this publication to “train” generative artificial intelligence (AI) technologies to generate text is expressly prohibited. The author reserves all rights to license uses of this work for generative AI training and development of machine learning language models.